Tussenbouw

In de tussenbouw worden de groepen 5 en 6  gecombineerd. De tussenbouw is een belangrijke periode waarin leerlingen zich voorbereiden op de complexere leerstof en de overstap naar de bovenbouw. Het grootste deel van de tijd werken de leerlingen in de tussenbouw zelfstandig of samen aan verschillende doelen. Ze leren werken met een planner om hun dagelijks werk zelf in te plannen. Daarnaast wordt er veel samengewerkt aan opdrachten en presentaties en wordt er aandacht besteed aan groepsvormende activiteiten.

In de tussenbouw leren de leerlingen onder andere werkwoordspelling. Van het vinden van de persoonsvorm tot het juist spellen van het werkwoord racen. Met de taalsymbolen worden de woordsoorten geoefend.
Het rekenen in de tussenbouw gebeurt vooral op abstract niveau. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Getal en Ruimte. Ook worden montessorimaterialen gebruikt bijvoorbeeld bij het aanleren van cijferen. Het materiaal ondersteunt hierbij de methode wat een krachtige combinatie maakt.

De leerlingen van de tussenbouw gaan naar de schooltuin. De leerlingen leren over de verzorging van planten en zaaien en oogsten hun eigen groentes.

Leerlingen krijgen één keer per week vormingsonderwijs van een vakleerkracht. De leerkrachten vormingsonderwijs zijn speciaal opgeleide en lesbevoegde vakleerkrachten die lesgeven over een levensbeschouwing waar zij zelf thuis in zijn. Zij passen gevarieerde lesmethoden toe, aangepast aan de leeftijd en de belevingswereld van de leerlingen.