Maria Montessori
Maria Montessori werd op 31 augustus 1870 geboren in Italië
De Montessorimethode is ontwikkeld door Maria Montessori, een Italiaanse arts en hoogleraar die zich haar leven lang heeft ingezet voor wat zij 'de rechten van het kind' noemde. Ze bedoelde daarmee dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding die gericht is op een volledige ontplooiing, waardoor het kind de kans heeft een vrij en onafhankelijk mens te worden
Leren en ontwikkelen:
De behoefte om te leren komt van binnenuit het kind, het is nieuwsgierig en wil de omgeving leren kennen. Maar het is de omgeving die prikkels moet leveren. Kinderen hebben eigen behoeften en activiteiten. Deze komen tot uiting in periodes, waarin een kind meer dan ervoor of erna ontvankelijk is voor het leveren van bepaalde kennis of vaardigheden. Op deze gevoelige periodes sluiten we bij voorkeur aan.
Zelfstandigheid:
Maria Montessori was van mening dat aan al de energie van het kind een onbewust doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. De slogan help mij het zelf te doen bevat dan ook de kern van het Montessori onderwijs. Het is volgens Maria Montessori zo belangrijk dat het kind de vrijheid krijgt om zijn omgeving te ontdekken en de dingen zelf te doen die het zelf ook kan.
Werkkeuze:
Een kind krijgt veel vrijheid om zelf zijn werk te kiezen en in te delen, maar de leerkracht let erop dat die keuze past binnen de mogelijkheden van het kind. Er zitten ook veel regels aan die vrijheid vast. Die moeten het samen leren, samen werken leven in een groep mogelijk maken. Het is dus een vrijheid in gebondenheid!
Enkele specifieke kenmerken van het Montessori-onderwijs zijn :
De gevoelige periode
Montessori merkte dat kinderen van nature nieuwsgierig zijn, dat ze alles willen onderzoeken. Zij ontdekte dat kinderen in een bepaalde periode van hun ontwikkeling erg gevoelig zijn om iets te leren. Tijdens zo'n gevoelige periode is het kind in staat met veel gemak iets onder de knie te krijgen, terwijl het later voor het aanleren van diezelfde vaardigheid veel meer moeite zal moeten doen. Montessori zocht naar een onderwijsmethode die gebruik zou kunnen maken van deze gevoelige perioden. Het is van groot belang dat ouders, opvoeders en leerkrachten vertrouwen hebben in de ontwikkelingskrachten van kinderen. Het kind moet de vrijheid hebben om deze krachten te gebruiken voor zijn persoonlijkheidsvorming, zonder dat het daarbij door anderen gehinderd wordt.
De voorbereide omgeving:
De omgeving moet het kind prikkelen tot leren. Hoe meer de omgeving aangepast wordt aan de behoefte van een kind des te meer zal het kind leren. Dit betekent dat het materiaal goed zichtbaar en overzichtelijk in de lokaal is opgesteld. De kinderen kunnen het materiaal zelf pakken en opruimen .De leerkracht heeft de zorg, dat in de groep een sfeer heerst waar ieder zelfstandig, of samen met andere kinderen kan werken. De leeromgeving moet rustig zijn, de kinderen moeten leren elkaar niet te storen tijdens het werk. Op die manier wordt elk kind in staat gesteld om zich te ontwikkelen naar eigen aanleg en eigen tempo. Elk kind gaat zijn eigen weg door de leerstof.
Het Montessorimateriaal:
Het montessorimateriaal is, zoals gezegd, oorspronkelijk door Maria Montessori ontworpen Het is typisch 'ontwikkelingsmateriaal', dat aan specifieke en hoge eisen moet voldoen. Enkele kenmerken van montessorimateriaal zijn dat het zo veel mogelijk 'controle van de fout' mogelijk maakt: het kind merkt zelf dat het iets niet goed doet.
Daarnaast is het materiaal zo ontworpen dat steeds één eigenschap centraal staat: als het om bijvoorbeeld optellen gaat, moeten niet ook andere vaardigheiden een rol spelen. Ten slotte voldoet montessorimateriaal aan hoge esthetische eisen: het is zeer degelijk vervaardigd, uit natuurlijke materialen.
De meeste materialen worden volgens hoge standaards vervaardigd door de firma Nienhuis, van oudsher de leverancier van montessorimaterialen. Veel wordt ook door de leerkrachten zelf vervaardigd, aangepast aan de specifieke eisen voor een bepaalde groep.