Bewegingsonderwijs
Sinds 2006 ben ik, Marc Labordus, de vakleerkracht bewegingsonderwijs op de Montessorischool Jacob Maris. Hieronder kunt u lezen wat bewegingsonderwijs inhoud en de bijbehorende doelen.
Onze voorkeur gaat uit naar het begrip bewegingsonderwijs. Naast bewegen wordt namelijk nog iets geleerd, iets onderwezen. Er zijn nog steeds situaties waarin het bewegen centraal staat. Het kind doet, de leerkracht geeft de opdrachten en probeert op de beweging invloed uit te oefenen. Samengevat gaat het om:
- Inleiden in de bewegingscultuur.
- Ontplooiing van de bewegingsmogelijkheden.
- Kennis hebben van bewegingssituaties.
Tijdens bewegingsonderwijs op Montessorischool Jacob Maris worden verschillende sporten en bewegingssituaties aangeboden. Het doel hiervan is dat de kinderen met zo veel mogelijk verschillende sporten en bewegingsituaties kennis maken. Het bewegingsonderwijs op Montessorischool Jacob Maris is er ook op gericht om bevordering en ontwikkeling van bewegingsgedrag te verwezenlijken.
Enkele voorbeelden van de sporten en bewegingsituaties die aangeboden worden tijdens de lessen bewegingsonderwijs zijn: atletiek, turnen, stoeispelen, voetbal, slagbal, basketbal, trefbal en hockey.
Wij stellen ons ten doel, dat de kinderen kunnen deelnemen aan bewegingssituaties, dat ze zelf bewegingsmogelijkheden uitproberen en dat ze in staat zijn bewegingssituaties op gang te houden (reguleringsdoelen).
Voor het geven van bewegingsonderwijs (zowel spellessen als lessen bewegingsonderwijs) kunnen leerkrachten gebruik maken van de op school aanwezige bronnenboeken. De vakleerkracht heeft zijn eigen schoolwerkplan, waar wij ons als school ook aan houden.
De kinderen in de onderbouw maken tijdens de lessen bewegingsonderwijs gebruik van het speellokaal in het schoolgebouw. De kinderen uit groep twee worden standaard gescreend op hun motorische ontwikkeling.
In de midden- en bovenbouw wordt bewegingsonderwijs gegeven in de gymzalen van de Tooropschool. Vanaf groep drie krijgen de kinderen 1 keer per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht en 1 keer per week een spelles of een les bewegingsonderwijs van de groepsleerkracht. Alle kinderen uit de middenbouw krijgen 2 jaar zwemonderwijs in zwembad ‘De Wilgenring’ onder leiding van een zweminstructeur. Dit wordt gezien als een les bewegingsonderwijs door een vakleerkracht. Bij zwemlessen, maar ook bij de begeleiding van en naar het zwembad, blijft de groepsleerkracht verantwoordelijk. Bij geschikt weer wordt er ook buiten gymles gegeven.
De kinderen worden op onderstaande vier domeinen beoordeeld:
Sportiviteit
Er wordt beoordeeld of het kind sportief meedoet tijdens de lessen bewegingsonderwijs. Enkele voorbeelden: Houdt het kind rekening met andere kinderen en houdt het kind zich aan de gestelde (spel)regels?
Spel
Het kind kan op leeftijdsniveau deelnemen aan verschillende spelen, bijvoorbeeld: tikspelen, voetbal, hockey, basketbal en trefbal. Vanaf de bovenbouw wordt er ook beoordeeld op spelinzicht.
Toestel
Hoe is het niveau van het kind bij de verschillende oefeningen op diverse toestellen die aangeboden worden tijdens de lessen bewegingsonderwijs? Bijvoorbeeld de niveaus van het kind op de bok, de touwen, en de ringen worden beoordeeld.
Inzet
Doet het kind actief mee tijdens de lessen bewegingsonderwijs? Bij de beoordeling van het domein “inzet” speelt het niveau van het kind geen rol.