Montessori
Op Openbare Montessorischool Jacob Maris werken we volgens de visie van Maria Montessori. Maria Montessori stelt dat een kind dat in vrijheid kan werken, opgroeit tot een vrij en onafhankelijk persoon.
Leren en ontwikkelen:
Een kind is uit zichzelf nieuwsgierig naar de wereld om zich heen. De omgeving stimuleert het kind te ontdekken. Volgens Montessori leert en ontdekt een kind in bepaalde fases (periodes).Wij sluiten met ons onderwijs daarop aan.
Zelfstandigheid:
Elk kind heeft een natuurlijke drang om zich te ontwikkelen. In het montessorionderwijs vertalen wij dit in ‘help mij het zelf te doen’ en dat is de kern van ons onderwijs. Daarom is voor een kind vrijheid om zelf te ontdekken en zelf dingen te doen, erg belangrijk.
Werkkeuze:
Een kind kan zelf zijn werk kiezen en indelen. Onze leerkrachten volgen de leerlingen nauwgezet en begeleiden de leerlingen in werkkeuze. Lukt dit een leerling nog niet zelfstandig, dan begeleidt de leerkracht het kind hierin. Naast individuele werkjes worden er ook groepsactiviteiten en klassikale lessen aangeboden. Voor elk kind is de weg door de leerstof een geheel eigen weg.
Kenmerken van het montessorionderwijs zijn:
De gevoelige periode
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en onderzoekend. In een bepaalde periode van de ontwikkeling zijn kinderen gevoelig om iets te leren. Het aanleren gaat dan makkelijker. Het is belangrijk dat ouders, opvoeders en leerkrachten het kind het vertrouwen geven en de ‘gevoelige periode’ stimuleren.
De voorbereide omgeving:
Hoe meer een kind in zijn omgeving dingen ziet die hem prikkelen, hoe meer een kind leert. We zorgen dat materiaal zichtbaar en overzichtelijk aangeboden wordt in de lokalen. De kinderen kunnen het zelf pakken en opruimen. In de groepen hangt een rustige sfeer, zodat een kind in rust en zelfstandigheid kan leren. Ongestoord en op zijn eigen wijze.
Het montessorimateriaal:
Het montessorimateriaal neemt een belangrijke plek in binnen het montessorionderwijs. Het materiaal is een middel om al werkend en handelend begrippen en vaardigheden te leren. De controle van de fout zit in het materiaal verwerkt, wat betekent dat het kind zelf ziet of het werk goed gemaakt is. Zo ervaart het kind trots zijn op eigen werk.